Energietransitie Tennet presenteerde donderdag een ‘toekomstklaar’ plan voor het stroomnetwerk. De aanleg vergt minstens 110 miljard euro.
Het kan weleens een van de grootste knelpunten van de energietransitie worden. Aan duurzame initiatieven geen gebrek – zonnepanelen zijn niet aan te slepen en de Noordzee wordt volgebouwd met windmolens. Maar een adequaat stroomnetwerk dat die grootschalige ‘elektrificatie’ aankan, is er nu niet.
In Zuid-Nederland zat het netwerk eind vorig jaar ‘vol’. In januari waarschuwde de exploitant van het hoogspanningsnet, staatsbedrijf Tennet, zelfs dat Nederland vanaf 2030 mogelijk te maken krijgt met stroomtekorten door het massale overschakelen op hernieuwbare maar wispelturige zonne- en windenergie. Ongekend voor een land dat decennialang gewend was aan totale leveringszekerheid (vorig jaar 99,99963 procent).
Om dat probleem aan te pakken, komt Tennet nu met een ingrijpende en meerjarige vernieuwing van het stroomnetwerk: het Target Grid. Naar het plan, waar een Tennet-team een jaar aan werkte, is lang uitgekeken. Hierin wordt geschetst hoe het netwerk er in 2045 uit moet zien om een „florerende, duurzame economie met altijd genoeg groene elektriciteit voor ieders behoeften, van consument tot industrie” mogelijk te maken.
Volume 0%
Een plan, kortom, voor een ‘toekomstklaar’ stroomnetwerk. Donderdag presenteerde Tennet-baas Manon van Beek het aan energieminister Rob Jetten (D66).
In het plan beschrijft Tennet de beoogde infrastructuur, met bijbehorende „supersnelwegen”, „energiehubs” en „interconnecties” met buurlanden zoals Duitsland en België. Tot nu toe was er nog niet zo’n fijnmazig beeld van hoe het netwerk er op de lange termijn uit moet zien. Van Beek benadrukte dat het plan het „begin van een dialoog” is. Tennet zelf gaat hier namelijk niet alleen over. Het kabinet heeft ook haar wensen en ook bedrijven willen meepraten. De nieuwe stroomstructuur is ook van belang voor hun toekomst: zonder aansluiting geen fabriek.
Klaar met knelpunten
Dat Tennet nu kiest voor ‘groots en meeslepend’ komt ook doordat het bedrijf klaar is met steeds „van knelpunt naar knelpunt” hollen, erkende Van Beek. Beter is het volgens haar om een duidelijke, langetermijnvisie te presenteren.
Dat heeft ook voordelen. Bijvoorbeeld voor omwonenden van toekomstige infraprojecten. De plannen zullen namelijk „een behoorlijke verbouwing” van Nederland vergen, aldus Van Beek, en daarmee impact hebben op de leefomgeving. Jetten zelf noemde Zeeland expliciet, waar nu al veel „druk” op de omgeving ligt. Daar is enkele jaren geleden al een groot nieuw windpark op zee aangelegd en er zijn plannen voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales.
Door nu vanaf een „eindbeeld” terug te plannen, kan er efficiënter worden gebouwd. Tennet hoeft immers niet voor elke nieuwe aansluiting de grond open te maken, maar pakt het in één keer groots aan. De keerzijde is dat er soms een kabel aangelegd wordt die „niet meteen, of wellicht nooit” gebruikt wordt. Dat moet Nederland voor lief nemen, aldus Jetten. „Liever dat dan dat je achteraf denkt: had ik maar meer gedaan.”
Toevoeging GPKL als oproep aan minister Jetten: De keerzijde is daarnaast dat het grote eindbeeld van Tennet anderen beperkt in hun keuze voor ruimtelijke inpassingen doordat claims van hoogspanning op openbare grond altijd beperkend zijn voor anderen. Daarmee bepaal je waar wel en niet woningbouw, aanplant van groen en wegen niet of wel mogelijk is tot tientallen jaren in de toekomst. Het schetst een inrichting van Nederland door een projectie van een energie-systeem in plaats van op basis van welke maatschappij je verwacht. GPKL ziet het eindbeeld van TenneT dan ook als een nuttige exercitie, maar niet als enige input om te komen tot tracé’s. Daarnaast pleiten we ervoor dat Tennet haar kabels blijft aanleggen op basis van vergunningen waar dit kan. Hiermee kunnen gemeenten regie houden op de ondergrond waar nog allerlei ruimteclaims op gelegd zijn en worden.
De grote geplande uitbreiding van windparken op de Noordzee is een belangrijk uitgangspunt voor Tennet. Het kabinet heeft zichzelf als doel gesteld om in 2050 70 gigawatt aan productievermogen gebouwd te hebben. Die windmolens gaan enorme hoeveelheden stroom produceren, dat allemaal aan land moet komen.
Hiervoor zijn enorme investeringen vereist. Tennet maakte eerder al bekend dat het de komende tien jaar zo’n 110 miljard euro denkt uit te geven. Voor het plan tot 2045 moet vermoedelijk nog meer betaald worden, zei Van Beek. Mede met het oog op de enorme vereiste investeringen in het Duitse netwerk heeft het kabinet onlangs besloten om de Duitse tak van Tennet te verkopen.
Tennet zelf ziet vooral „voordelen voor de BV Nederland”, aldus Van Beek. Het plan helpt Nederland zelfvoorzienend te worden en maakt de energievoorziening zekerder én CO2-vrij, wat Nederland een „unieke concurrentiepositie” zou geven. Met alle windenergie die op de Noordzee opgewekt gaat worden zou Nederland bovendien genoeg stroom kunnen produceren om ook nog te exporteren. Met de infrastructuur van Tennet zou Nederland zo zelfs een „belangrijke hub” in Europa kunnen worden.
Bron: NRC nieuws, 13 april 2023