Sinds vorig jaar hebben netbeheerders en gemeenten grote aantallen aanvragen binnengekregen voor grootschalige batterijsystemen, vaak projecten van honderden megawatten per stuk. Lokale overheden weten zich niet goed raad met al die plannen, en het ontbreekt nog aan landelijke sturing op waar batterijen wel en niet mogen komen.
Het aantal aanvragen voor een netaansluiting dat bij netbeheerders wordt gedaan voor batterijen is sinds begin 2022 in een stroomversnelling gekomen. Dat werd aangewakkerd door de hoge gasprijzen en de transportschaarste op het elektriciteitsnet: bedrijven zijn gaan voorsorteren op snellere elektrificatie en het kunnen opslaan van elektriciteit. Daarnaast zorgden de hoge en vooral volatiele stroomprijzen voor een aantrekkelijker businesscase voor batterijopslag, waarmee ingespeeld kan worden op de grote prijsverschillen op de kortetermijnmarkten.
“Dat heeft een momentum gecreëerd waardoor heel veel aanvragen tegelijk binnenkwamen”, zei Tennet-COO Maarten Abbenhuis in september, tijdens een toelichting in de Tweede Kamer over de congestieproblemen die vorige zomer in Noord-Brabant en Limburg ontstonden. “Sommige partijen vragen op vijftien of meer plekken tegelijk capaciteit aan.”
42 GW aan aanvragen
Rens Savenije, business lead systeemintegratie bij adviesbureau voor duurzame energieprojecten Ventolines, doet zulke aanvragen namens marktpartijen. Vorig jaar vroeg hij voor een klant voor meerdere gigawatten aan netcapaciteit bij Tennet aan ten behoeve van grootschalige batterijprojecten. “Gezien de enorme omvang van de aanvraag was de verwachting dat we dezelfde dag nog de directeur van Tennet aan de lijn zouden hebben”, zegt Savenije. Maar de reactie van Tennet kwam helemaal niet, want de aanvraag van Ventolines bleek er een van velen te zijn.
Volgens Tennet-woordvoerder Jorrit de Jong is bij de hoogspanningsnetbeheerder op dit moment voor zo’n 42 GW aan transportcapaciteit aangevraagd voor batterijen. Ter vergelijking: dat is twee keer zoveel als Nederland in 2030 aan offshore windenergiecapaciteit hoopt te hebben, en ook veel meer dan de piek in de elektriciteitsvraag, die nu zo’n 19 GW is en volgens de monitor leveringszekerheid van Tennet zal stijgen tot zo’n 27 GW in 2030. Met andere woorden, 42 GW aan batterijcapaciteit is veel meer dan het elektriciteitssysteem de komende jaren nodig heeft.
Aanvragen vanuit informatiebehoefte
Het is dan ook niet waarschijnlijk dat alle projecten waarvoor nu een aanvraag gedaan wordt tot realisatie zullen leiden. Volgens Savenije doen ontwikkelaars veel verschillende aanvragen, niet omdat ze al die projecten willen ontwikkelen, maar als een manier om informatie los te krijgen. Dat is een gevolg, zegt Savenije, van een gebrek aan sturing vanuit de overheid en de netbeheerders op waar batterijen zouden moeten komen. “Als wij aan Tennet vragen: ‘waar zou je het willen hebben?’, dan krijgen we daar geen antwoord op.”
Het enorme aantal aanvragen is volgens Savenije dus een reactie op die onduidelijkheid. “Het zijn aanvragen vanuit een informatiebehoefte, want door het doen van een aanvraag hoor je of het wel of niet kan. Maar je weet dan nog steeds niet of die locatie vanuit maatschappelijk of netbeheerdersperspectief ook wenselijk is.”
Tennet-woordvoerder De Jong bevestigt desgevraagd dat de grote hoeveelheid aanvragen voor een deel voortkomt uit informatiebehoefte. “Het is rijp en groen door elkaar heen, sommige partijen doen op diverse plekken tegelijkertijd een aanvraag”, aldus De Jong. Van alle aanvragen zit het overgrote deel ook nog in wat Tennet zelf de “informatiefase” noemt. Slechts vier projecten zijn een stap verder en hebben een offerte voor een basisontwerp getekend. Alleen die vier projecten staan daadwerkelijk in de wachtrij voor een aansluiting, zegt De Jong, en vertegenwoordigen samen 670 MW.
De verwachting van Tennet is dat in 2025 de eerste batterij echt zal worden aangesloten op het hoogspanningsnet. Dit gaat om een 120 MW-batterij in Flevoland waar Ventolines aan werkt. De bouw van de netaansluiting op hoogspanningsstation Westermeerdijk is volgens Savenije in voorbereiding, en de provincie Flevoland en gemeente Noordoostpolder willen volgens hem meewerken aan de benodigde vergunningen.
Maar ondertussen zorgen de aanvragen die vooral vanuit informatiebehoefte gedaan worden wel voor een heleboel papierwerk, niet alleen bij de netbeheerders maar steeds vaker ook bij gemeenten, provincies en grondeigenaren. “Een ontwikkelaar begint tegenwoordig met een netaansluiting, maar daarna volgen al snel grond en vergunning”, aldus Savenije. “Op dit moment gaan wij voor onze klanten in eerste instantie naar de gemeente, maar we merken dat overheden zelf heel erg zoekende zijn. Niet alleen de netbeheerders, maar óók de gemeenten worden overspoeld met aanvragen voor batterijen. En die weten niet hoe ze ermee om moeten gaan, de kennis is heel beperkt.”
Voor wind- en zonneparken is de provincie het bevoegd gezag voor projecten met een vermogen boven de 100 MW, maar voor batterijen zijn daar volgens Savenije geen afspraken over. Bij de netbeheerders geldt dat Tennet projecten vanaf 70 MW in behandeling neemt, en de regionale netbeheerders alles wat kleiner is. Maar bij de overheden is zo’n verdeling er voor batterijen nog niet.
De enorme hoeveelheid aanvragen bij Tennet zorgt ook volgens woordvoerder De Jong voor “een onmogelijke werkdruk bij netbeheerders, provincies, gemeenten, maar ook bij marktpartijen zelf”. En namens het Interprovinciaal Overleg (IPO) bevestigt woordvoerder Imre de Roo dat de stortvloed aan batterijprojecten veel van de lokale overheden vraagt. “Gemeenten krijgen steeds meer aanvragen, waarbij ze niet goed weten hoe hiermee om te gaan. De ruimtelijke impact is groot en de voordelen voor het energiesysteem zijn lastig te bepalen”, aldus De Roo.
10 GW nodig in 2030
Maar batterijen, juist ook op grote schaal, zijn wel degelijk hard nodig. Volgens De Jong volgt uit de monitor leveringszekerheid dat Tennet 8 tot 10 GW aan flexibel batterijvermogen nodig zal hebben in 2030. Na 2030 voorzien de gezamenlijke netbeheerders een nog veel hardere groei van batterijcapaciteit: volgens de deze week gepubliceerde scenariostudie voor de Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050 (II3050) is in 2050 tussen de 40 en 70 GW aan batterijcapaciteit nodig voor een klimaatneutraal energiesysteem.
Om aan zulke batterijvermogens te komen in 2030 en 2050, kan volgens Savenije niet volstaan worden met batterijen op middenspanningsniveau van enkele tientallen megawatten, zoals de projecten die tot nu toe in Nederland zijn gerealiseerd. De grootste batterij die nu al operationeel is, is de Buffalo-batterij van 24 MW bij Lelystad. In aanbouw zijn de batterijen Castor en Pollux van Semperpower, die beide dit jaar in gebruik worden genomen in Vlissingen en elk een vermogen van 30 MW krijgen met een opslagcapaciteit van respectievelijk 63 en 68 MWh.
Om richting 2030 aan 10 GW batterijvermogen te komen, moet volgens Savenije gedacht worden aan projecten in de ordegrootte van 100 tot 500 MW die op het hoogspanningsnet van Tennet worden aangesloten. Van zulke projecten zijn er dan in 2030 twintig tot veertig nodig, verspreid door Nederland. “Dat is wel de schaalgrootte die je nodig hebt.”
Gebrek aan sturing
Er is daarom dringend behoefte aan duidelijkheid over waar die grootschalige batterijen wel en niet gewenst zijn, zegt Savenije, en onder welke voorwaarden. “Er is geen beleid of afwegingskader en er is beperkte kennis over de rol van opslagtechnologie. Welke eisen stellen we? Aan welke normen moet worden voldaan? Wat vinden we van landschappelijke inpassing en participatie? En hoe zit het met geluid en brandveiligheid?”
Savenije heeft zelf wel ideeën over wat, vanuit het elektriciteitssysteem bekeken, logische locaties zouden zijn voor batterijen van 100 MW en groter. “Batterijen van deze grootte zijn eigenlijk opslagcentrales op hoogspanningsniveau. Die wil je het liefst zo dicht mogelijk bij een hoogspanningsstation hebben, en liefst ook bij duurzame opwek of bijvoorbeeld bij de aanlandingslocaties van wind op zee.”
Namens Tennet bevestigt woordvoerder De Jong dat er op dit moment geen landelijke sturing is op waar batterijen mogen komen. Tennet is volgens De Jong op dit moment wel in gesprek met het Interprovinciaal Overleg (IPO) om “kenbaar te maken op welke plekken batterijen het best kunnen worden geplaatst in het net”. Die gesprekken zouden volgens De Jong moeten leiden tot een routekaart voor batterijen op land. “We zullen het namelijk vanuit maatschappelijk belang met zijn allen moeten gaan coördineren, want het systeem heeft het nodig.”
Volgens woordvoerder Imre de Roo van de Noord-Hollandse gedeputeerde Edward Stigter, die tevens IPO-bestuurslid is, staat het vraagstuk wel bij de provincies “op het netvlies”, maar zijn er inderdaad nog geen richtlijnen of handreikingen voor waar batterijen kunnen komen. “Dit lijkt wel handig om op korte termijn te organiseren”, aldus De Roo. Vorige week is volgens De Roo tijdens een ambtelijke werksessie van het IPO afgesproken om met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de netbeheerders en de provincies de mogelijkheden hiervoor te verkennen.
Bron: Energeia, 6 april 2023