Hoe weeg je af en toe kans op stroomuitval af tegen vertraagde aansluitingen van woonwijken of bedrijven?

Eind juni publiceerde het Ministerie van Economische Zaken (EZ, vml EZK) de door Ecorys gemaakte economische studie over netcongestie. Hierin zijn op een economisch-technische manier analyses gemaakt. Het doel is om inzicht te krijgen in hoe het voorkómen van netcongestie zich verhoudt tot vertragen van nieuwe aansluitingen van woonwijken en andere type activiteiten. Helaas ontbreekt een duidelijke samenvatting en leeswijzer voor de leek. Toch is het relevant om hier kennis van te nemen. Immers, vele regio’s hebben te maken met wachtlijsten voor aanvragers van stroomaansluitingen op dit moment. Soms wil je vragen stellen, maar weet niet welke vraag. Daarom hebben we hieronder enkele zaken uit de analyse samengevat.

De hoofdvraag van het rapport was:

“Kun je komen tot een maatschappelijke kostprijs voor netcongestie en zoja, hoe verhoudt die zich tot vertraging (door wachtlijsten) van het aansluiten van allerlei verschillende clusters activiteiten?”

Vervolgens wordt onderbouwd hoe je vanuit de welvaartseconomie komt tot maatschappelijke kostprijzen voor de diverse ‘activiteiten.’ Je kunt dan de tabellen bevragen en een begin van een antwoord halen zoals ‘wat betekent het als een woonwijk een paar dagen of zelfs weken wordt aangesloten versus wat betekent het als die woonwijk meteen wordt aangesloten maar er af en toe sprake is van overbelasting (geen beschikbaarheid van stroom)?’. Hieruit komt duidelijk naar voren dat het ‘even’ niet beschikbaar zijn van stroom eigenlijk geen probleem is, in welvaarts-economische termen, vergeleken met iedere dag dat de woningen überhaupt nog niet beschikbaar zijn voor mensen om in te wonen. Vergelijkbare vragen over industrie, dienstensector leveren ongeveer dezelfde antwoorden op, hoewel de zeer energie-intensieve industrie wel een andere dynamiek kent.

Wat betekent netcongestie en wat betekent leveringszekerheid?

Netcongestie wordt niet technisch beschouwd in het rapport. In het Nederlandse debat wordt het woord soms door elkaar gebruikt voor leveringszekerheid: de niet-beschikbaarheid van stroom op een bepaalde plaats en tijd voor een bepaalde duur. De oorzaken voor netcongestie (de kabel kan de stroom op dat moment niet volledig vervoeren en dus leveren, door danwel te hoge vraag op dat moment (spanning), danwel te hoog of te laag aanbod) zijn heel divers en de oplossingen zijn dat ook: in andere EU-landen is al tientallen jaren ervaring met heel verschillende maatregelen op het gebied van congestiemanagement op het stroomnet buiten de groot-producenten en groot-afnemers om, van vrijwillig (prikkels) tot minder vrijblijvend (afschakelen, afnameverplichtingen etc).

Leveringszekerheid is de beschikbaarheid van stroom. In Nederland is de afspraak dat die de 100% zo dicht mogelijk benaderd. Daarnaast zet Nederland zelf een norm van 4 uur per jaar niet-leveringszeker door aan de EU als LOLE-norm. Dat betekent dat dit een ‘drempel’ is waartegen Nederland scenario’s bekijkt. Uit analyses van TenneT blijkt dat een LOLE norm van 4 uur per jaar vanaf 2033 in scenario’s wordt overschreden tot 14 uur per jaar. Dit staat los van de congestie op het onderliggende net, waar er fysieke grenzen kunnen zijn aan het lokale net. Door dat laatste kunnen er daar inderdaad niet-werkende zonnepanelen liggen, danwel extra transformatoren (dus: middenspanningsruimtes) nodig zijn met kabelpakket om een continue stroomvoorziening te garanderen. Op dat buurtniveau voert Nederland nog geen actief congestiemanagement danwel beleid op actieve energiebesparingen op sommige momenten en dagen, zoals dit in Frankrijk, Engeland of de USA gebeurt.

Wat betekent het overschrijden van de LOLE-norm van 4 uur per jaar?

Het betekent dat er in steekproefjaar 2033 vaker een kans is op een lagere leveringszekerheid, met de duur van enkele minuten tot wellicht eens per jaar een kans op 2 uur. Waarbij de waarschijnlijkheid van een grotere én een iets langere (meer dan een uur) uitval van stroom nog altijd nagenoeg nihil is volgens ook TenneT zelf. Het komt neer op, afhankelijk van hoe je de tabellen leest, 14 uur (kans op) uitval per jaar áls inderdaad in tempo wordt aangesloten en ook stroom afgenomen zoals wordt voorzien. Hierbij is aangenomen dat in Nederland weinig (stuurbare) flexibiliteit is ingebouwd, ook tegen die tijd niet.

Tegen deze kans op het uitvallen van stroom staat de maatschappelijke prijs van het vertraagd aansluiten van zowel bedrijven als hele woonwijken. Deze staan absoluut niet in verhouding, zo blijkt uit o.a. dit rapport: Aansluiten inclusief het accepteren van netuitval is vele groottes goedkoper dan een aansluiting (van een woonwijk of bedrijf) op de wachtlijst zetten.

Aansluiten dus en de wachtlijsten wegdoen?

Ja en nee

Nee, er is ook gewoon gebrek aan personeel, lange besteltijden, organisatiekracht en materieel bij zowel aannemers als netbeheerders, wat betekent dat het aansluittempo misschien sowieso niet gehaald wordt en wachtlijsten an sich reëel zijn.

Ja, de titel van de wachtlijst klopt nu niet. Het volledige verhaal is belangrijk zodat de politiek, en ministeries, provincies en gemeenten zelf, verantwoordelijkheid kunnen en móeten nemen in afwegingen over prioriteren bij aansluitingen. Alleen zo kun je wachtlijsten accepteren (of niet accepteren) en een andere vorm van congestiemanagement aanmoedigen of helpen implementeren. Dat vollediger verhaal staat nu verstopt in tabellen waardoor het niet lijkt dat wachtlijsten zoals die nu bestaan een keuze zijn. En zoals blijkt uit het rapport, nog een behoorlijk maatschappelijk dure keuze ook. Door het begrip te vergroten, kunnen ambtenaren betere vragen stellen en adviseren.

Bronnen/verder lezen:

De monitor leveringszekerheid van TenneT (versie mei 2024)

De kostprijs van netcongestie (versie juni 2024, in opdracht van Ministerie EZK)