Nog lang niet alle gemeenten zijn aangeschoven bij het overleg over de pMIEK, het provinciale Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat. Daarin worden onder meer de prioriteiten voor aansluitingen op het energienet vastgelegd. Er is haast bij, liet de Rhedense wethouder en VNG-aanspreekpunt Paul Hofman weten tijdens een persgesprek.
De eerste pMIEKs zijn een half jaar na de start al gereed en ingeleverd bij het Interbestuurlijk team dat gaat over de priorisering van energieprojecten. De rest volgt voor 1 juli.
Daarmee geven de provincies gehoor aan de opdracht van Minister Adriaansens (EZK) en minister Jetten (Klimaat en Energie) om plannen te maken voor de energie-infrastructuur en projecten aan te wijzen die prioriteit hebben voor een aansluiting.
Door de energietransitie ligt de druk bij netbeheerders te hoog en werkt het niet meer om projecten op volgorde van binnenkomst aan te sluiten.
Die plannen in de pMIEKs en landelijke MIEK worden door de netbeheerders in hun investeringsplannen verwerkt. De eerste concepten daarvan verschijnen in november. Na de zomer start alweer de tweede ronde van de pMIEKs voor 2025 en verder.
Dat betekent dat er haast is. Maar niet alle gemeenten zijn al aangehaakt. ‘De vrees is dat ze dan achteraan de rij komen’, zegt de Rhedense wethouder en VNG-aanspreekpunt Paul Hofman. Het gaat dan om toekomstige plannen; al lopende projecten worden volgens afspraak afgemaakt.
Sommige gemeenten gelaagd bij de pMIEKs aangehaakt, via andere overlegorganen. ‘Maar veel gemeenten zitten nog te kijken wat ze ermee moeten.’ Hofman zegt dat ook sommige provincies nog niet helemaal weten hoe ze de PMIEK moeten invullen.
‘Er zijn dan vóór 1 juli al wel twaalf pMIEKs, dus er is landelijke dekking, maar daar zitten nog wel gaten in.’ Er zijn al wel landelijk afspraken gemaakt om te helpen met de prioritering.
Ruimtelijke plannen en de energievraag
De pMIEKs vragen ook wel wat van de gemeenten, zegt Hofman. Die moeten veel meer overleggen en schaken op meerdere borden. En dat in beperkte tijd.
Waar de energiesystemen nu nog worden beoordeeld op betaalbaarheid en betrouwbaarheid, moeten voortaan ook ruimtelijke visies worden meegenomen.
‘Het overleg gaat gemeente-overstijgend. Zo ben ik met Rheden betrokken bij een project waarbij twee andere gemeenten en onze netbeheerder aanhaken, en doet TenneT op de achtergrond ook nog mee. We moeten samen de plannen maken. Op dit moment kijken we hoe we dat gaan doen.’
Goede leidraad samengevoegde pMIEKs
Niet alleen gemeenten worstelen soms met de nieuwe werkwijze. Ook de vijf industrieclusters en sommige provincies onderzoeken nog hoe ze met de pMIEKs moeten omgaan. Toch zijn er al meerdere goede en interessante plannen ingeleverd, zegt Harm Luisman.
Hij is Programmamanager integraal programmeren energiesysteem bij het Interbestuurlijk team van de Ministeries van EZK, BZK en I&W, het Interprovinciaal overleg (IPO), Vereniging van Gemeenten (VNG) en de brancheorganisatie van netbeheerders (NBNL).
Zo heeft Noord-Holland ervoor gekozen de prioriteiten te clusteren. Netbeheerders kunnen dan eerst hun pijlen richten op knooppunten. Andere gebieden blijven dan even achterwege.
Zeeland maakte een kaart van alle belangrijke elektriciteitsprojecten en nam gelijk ook warmtenetten en infrastructuur voor duurzaam gas mee, zoals waterstof.
Overijssel maakte met netbeheerder Enexis een netimpactanalyse en stelde een eigen afwegingskader op.
Daaruit blijkt dat de provincie de hoogste prioriteit geeft aan projecten die knelpunten oplossen aan zowel de kant van het afnemen én opwekken van energie. . Daarna volgen projecten die helpen aan de afnamekant en onderaan de prioriteitenlijst staan projecten zoals nieuwe zonneparken en windmolens.
pMIEKs zorgen voor versnelling
Netbeheerder Alliander is alvast erg blij met de pMIEKs en straks de landelijke MIEK. ‘Dit gaat zeker zorgen voor versnelling’, zegt Daan Schut, CTO van Alliander. Hij denkt dat de komende Omgevingswet er uiteindelijk ook voor zorgt dat maatschappelijk belangrijke projecten sneller worden bediend.
Schut is vooral tevreden over het proces waarmee keuzes worden gemaakt voor de toekomst. ‘Als er daadwerkelijk maatschappelijke keuzes worden gemaakt, dan is het belangrijk dat er democratische legitimiteit is.’
Hij zegt dat er ruimte in de investeringsplannen is voor een eventueel gewijzigd standpunt van provincies. Vanwege de verkiezingen krijgen alle provincies een nieuw bestuur. Die moeten dan wel opschieten.
Bron: Stadszaken 24 april 2023