Op 31 oktober nam de Eerste Kamer een motie aan met de volgende strekking:
In deze motie wordt de regering verzocht op de kortst mogelijke termijn:
- met de koepels van decentrale overheden in gesprek te gaan over de te grote uitvoeringsproblemen om per 1 januari 2024 over te gaan tot invoering van de Omgevingswet;
- binnen twee weken, middels een brief terug te koppelen over de conclusies die het kabinet en koepels hieraan verbonden de Kamer te informeren over het vervolg;
- en in de brief gespecificeerd in te gaan of, en hoe, er wordt voldaan aan de minimale eisen die decentrale overheden zelf hebben gesteld aan de invoeringsdatum van de Omgevingswet.
Dit betekent dat er de komende twee weken veel druk staat op onder andere de VNG, als koepel voor de gemeenten. Voor het onderwerp ondergrond betekent dit vooralsnog niets. Immers, er is een transitieperiode van 8 jaar afgesproken met zelfs de mogelijkheid deze nogmaals te verlengen met 3 jaar. Dit signaal betekent vooral dat gemeenten niet te gemakkelijk moeten denken over de voorbereiding (workflows; afspraken tussen afdelingen en over werkzaamheden) van het overzetten van die onderwerpen waar nog een transitieperiode bij geldt. Lees ook dit eerdere artikel over de Omgevingswet over de transitieperiode en je huidige beleid .