BAM Infra Energie & Water moet toch de volledige kosten vergoeden van de graafschade aan een middenspanningskabel van Liander in de Achterhoek. De rechtbank had aanvankelijk bepaald dat Liander ook voor 40% aansprakelijk was, maar het gerechtshof gaat daar in hoger beroep niet in mee.
De schade ontstond in 2015 bij werkzaamheden in Azewijn. BAM voerde een zogenoemde gestuurde boring uit, waarbij het op drie meter diepte een kabel raakte van Liander. De kabel bleek in een zinker te liggen van een inmiddels gedempte sloot, waarop na demping een verhard fietspad was aangelegd. De kabel lag dieper dan verwacht. BAM zegt dat het aan weerszijden van een fietspad een proefsleuf heeft geboord en dat de kabel aan beide kanten op een diepte van negentig centimeter lag.
In een uitspraak in 2017 hield de kantonrechter BAM voor 60% aansprakelijk, omdat het graven van twee proefsleuven niet genoeg was om uitsluitsel te geven over de positie van de kabel. BAM had hiertoe nader onderzoek moeten doen, of contact moeten opnemen met Liander. Het bedrijf heeft beide niet gedaan.
Omdat Liander tijdens de aanvankelijke rechtszaak niet betwistte dat het op de hoogte was van de inmiddels gedempte sloot, vond de rechtbank dat de netbeheerder ook voor 40% aansprakelijk was. Liander had BAM ten minste moeten wijzen op deze bijzondere situatie, aldus het oordeel.
Kennis verloren gegaan
In het hoger beroep betwistte Liander dit wel. Het bedrijf stelt dat de kabel in 1963 verdiept is aangelegd vanwege de toen aanwezige sloot en dat daarbij hoogstwaarschijnlijk een opzichter van een voorganger van Liander aanwezig was, maar dat die kennis niet is verwerkt in een zogenoemde Klic-kaart waarop de kabels te zien zijn. Ten tijde van het graven was deze kennis daarom niet meer bekend bij Liander.
“Redelijkerwijs kan niet van Liander worden verwacht dat zij alle lokale kennis van al haar medewerkers verwerkt in de Klic-kaarten”, schrijft het Hof daarover. “Daar komt nog bij dat de diepteligging van kabels en leidingen nooit op Klic-kaarten staat vermeld en de grondroerder vanwege zijn plicht tot lokaliseren evenzeer gehouden was om de daadwerkelijke ligging van de kabel vast te stellen.”
Stugge kabel
Liander betwistte ook dat BAM proefsleuven heeft gegraven aan weerszijden van het fietspad om de diepte van de kabel in kaart te brengen. Volgens de netbeheerder is een middenspanningskabel helemaal niet buigzaam genoeg om in de afstand tussen de sleuven -3,5 meter volgens de informatie van BAM- de slinger te maken van 90 centimeter diepte naar 3 meter diepte en weer terug. Volgens BAM kan dit wel.
Het Hof houdt het erop dat bewijslevering op dit punt niet nodig is. Belangrijker vindt het dat de precieze loop van de kabel over een afstand van 3,5 meter onduidelijk was. Door geen contact op te nemen met Liander over de precieze loop van de kabel tussen deze punten, en daarnaast de ligging van de kabel niet zelf beter in kaart te (laten) brengen, heeft BAM in strijd gehandeld met de door de sector opgestelde “Richtlijn zorgvuldig graafproces”, aldus het oordeel. “Uitgaande van deze omstandigheid kan niet kan worden gezegd dat BAM aan haar zorgplicht heeft voldaan om de precieze ligging van de kabel te onderzoeken.”
BAM moet Liander een bedrag van €7.833,51 betalen, plus de kosten van het hoger beroep.
Bron: Energeia, 31 maart 2021