Op 29 april 2024 stemde het Europees Parlement in met de verordening 2024/1309. Deze gaat verordening op 29 april 2025 inwerking. Samen met de ministeries EZ en BZK en de telecomsector wordt gewerkt aan hoe dit in Nederland te implementeren. Hieronder in het kort en artikelsgewijs, de highlights van deze verordening.
Artikel 3 Toegang tot bestaande fysieke infrastructuur
Alle netbeheerders (ook telecom) en overheidsinstanties kunnen een redelijk verzoek verwachten om toegang tot die fysieke infrastructuur onder billijke en redelijke voorwaarden. Dit zijn over het algemeen gebouwen van gemeenten en trafostations van netbeheerders.
Men kan weigeren op basis van redenen onder lid 5. Voor overheidsinstanties geldt dat ze ook kunnen weigeren op basis van architectuur, historische etc.
Artikel 4 Transparantie over fysieke infrastructuur
Voor toegang tot fysieke infrastructuur heeft een exploitant het recht om op verzoek via een centraal informatiepunt elektronisch toegang te krijgen tot de volgende minimuminformatie over bestaande fysieke infrastructuur:
- Kaartlocatie en route (locatie en tracé zijn te zien op de actuele digitale kaart);
- Type en huidig gebruik van de infrastructuur;
- Een informatieloket.
Uiterlijk tien werkdagen na de datum van indiening van het verzoek moeten ze toegang hebben tot de informatie. Gemeenten moeten dus een centraal informatieloket instellen om dit soort informatie digitaal beschikbaar te stellen. Dat betekent eerst dat ze van alle assets de specificaties moeten hebben in een geautomatiseerd systeem.
Artikel 5 Coördinatie van civiele werken
Overheidsinstanties en netbeheerders, hebben het recht met exploitanten te onderhandelen over overeenkomsten over de coördinatie van civiele werken, met inbegrip van de verdeling van de kosten, met het oog op de uitrol.
Overheidsinstanties en netbeheerders, die direct of indirect civiele werken uitvoeren, voldoen aan elk redelijk schriftelijk verzoek van exploitanten om die civiele werken te coördineren met het oog op de uitrol. Het idee is dat wanneer de weg opengaat voor nieuw riool, er direct mee kan worden gelegd. We weten allemaal dat het in de praktijk niet zo eenvoudig is.
Artikel 6 Transparantie over geplande civiele werken
Elke netbeheerder en overheidsinstantie stelt via een centraal informatiepunt de volgende minimuminformatie digitaal beschikbaar:
- De kaartlocatie en het type werken;
- Wat de werkzaamheden zijn aan de fysieke infrastructuur;
- De datum waarop de werken naar verwachting zullen starten en de duur ervan;
- De geraamde datum voor de indiening van het definitieve project bij de bevoegde autoriteiten met het oog op het verkrijgen van vergunningen, indien van toepassing;
- Een informatieloket.
Overheidsinstanties en netbeheerders zorgen ervoor dat de informatie voor geplande civiele werken correct, actueel en onmiddellijk beschikbaar wordt gesteld via een centraal informatieloket.
Artikel 7 Procedures voor het verlenen van vergunningen en doorgangsrechten
De bevoegde autoriteiten stellen via een centraal informatiepunt in elektronische vorm alle informatie beschikbaar over de voorwaarden en procedures voor het verlenen van vergunningen. Elke exploitant heeft het recht om via een centraal informatiepunt in elektronische vorm aanvragen voor alle noodzakelijke vergunningen of verlengingen daarvan in te dienen en informatie over de status van zijn aanvraag op te vragen.
De bevoegde autoriteiten verlenen of weigeren vergunningen, met uitzondering van doorgangsrechten, binnen vier maanden na de datum van ontvangst van een volledige vergunningsaanvraag. Ze bepalen binnen 20 werkdagen na ontvangst van een aanvraag voor vergunningen of die volledig is.
Artikel 8 Uitblijven van een beslissing over de vergunningsaanvraag
Als de bevoegde autoriteit binnen de in artikel 7 bedoelde toepasselijke termijn geen beslissing neemt, wordt de vergunning geacht te zijn verleend na het verstrijken van die termijn.
Artikel 9 Vrijstellingen van vergunningsprocedures
Civiele werken die bestaan uit een van de volgende zaken zijn niet vergunningsplichtig volgens van artikel 7:
- Reparatie- en onderhoudswerken van beperkte omvang, bijvoorbeeld in termen van waarde, grootte, impact en duur;
- Beperkte technische verbeteringen van bestaande werken of installaties, met beperkte impact;
- Kleinschalige civiele werken van beperkte omvang, bijvoorbeeld in termen van waarde, grootte, impact of duur, die vereist zijn voor de uitrol.
Zie concept factsheet GPKL “Werkzaamheden van niet ingrijpend aard”
Artikel 10 Fysieke binnenhuisinfrastructuur en binnenhuisglasvezelbekabeling
Alle nieuwe gebouwen en gebouwen met ingrijpende renovatiewerken, waarvoor na 12 februari 2026 bouwvergunningen zijn aangevraagd, worden uitgerust met een glasvezelklare fysieke binnenhuisinfrastructuur en binnenhuisglasvezelbekabeling, met inbegrip van aansluitingen tot het fysieke punt waar de eindgebruiker verbinding maakt met het openbare netwerk.
Artikel 11 Toegang tot fysieke binnenhuisinfrastructuur
Elke aanbieder van openbare elektronische communicatienetwerken heeft het recht zijn netwerk op eigen kosten uit te rollen tot aan het toegangspunt, met uitzondering van enkele genoemd redenen.
Artikel 12 Digitalisering van centrale informatiepunten
De centrale informatiepunten stellen passende digitale instrumenten ter beschikking, zoals webportalen, databanken, digitale platforms of digitale applicaties, om de online uitoefening van alle rechten en de naleving van alle verplichtingen uit hoofde van deze verordening mogelijk te maken. Dit is vergelijkbaar met hoe het nu bij KLIC werkt.