Voor het plaatsen van een of enkele laadpalen op eigen terrein hoeft een hotel of ander bedrijf geen vergunning te hebben, maar de oprichting van een grootschalig snellaadstation inclusief transformatoren is wel degelijk vergunningplichtig. Dat blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant in een zaak die door omwonenden van een hotel in Breda was aangespannen.
Op het parkeerterrein van een niet bij naam genoemd hotel in Breda zijn in 2018 twaalf Tesla Superchargers geplaatst. Omwonenden van het hotel vroegen de gemeente Breda handhavend op te treden tegen de aanwezigheid van deze snelladers, omdat ze volgens hen ten onrechte waren geplaatst zonder dat daar een vergunning voor was afgegeven. De gemeente weigerde handhavend op te treden, omdat volgens de gemeente ook geen vergunning nodig was voor de bouw van het snellaadstation. Daarop stapten de omwonenden naar de rechter, die hen nu in het gelijk stelt.
Op grond van het Besluit omgevingsrecht (BOR) is het voor bepaalde bouwwerken niet nodig om een Omgevingsvergunning te hebben. De gemeente Breda stelde dat ook laadpalen voor elektrische voertuigen vergunningvrij kunnen worden geplaatst, omdat het gaat om een nutsvoorziening met een publiek belang. Op zich klopt dat, stelt ook de rechtbank, maar dat wil niet zeggen dat er geen grenzen zijn aan het aantal laadpunten dat zonder vergunning kan worden geïnstalleerd. In 2018 werden aanvankelijk twaalf Tesla-laders geplaatst, inmiddels staan er zestien op het parkeerterrein.
Volgens de rechtbank is de vrijstelling in het BOR om zonder vergunning te kunnen bouwen bedoeld voor “kleinschalige voorzieningen”. En hoewel specifiek voor laadvoorzieningen geen maximale afmetingen zijn opgenomen in het besluit, worden in het besluit wel enkele voorbeelden genoemd van maximale afmetingen voor andersoortige voorzieningen, die een indicatie geven van de omvang waarvoor de vergunningvrije bouw bedoeld is. “De omvang van het in geding zijnde acculaadstation overschrijdt de […] genoemde oppervlaktes ruimschoots”, constateert de rechtbank.
De gemeente Breda had betoogd dat de totale omvang niet van belang was voor de vraag of een bepaalde voorziening vergunningplichtig is, omdat voor elke laadpaal op zichzelf geen vergunning nodig is. Maar volgens de rechtbank moet in dit geval gekeken worden naar “het geheel van oplaadzuilen en transformatoren” en niet naar elke laadpaal afzonderlijk, omdat ze zo zijn gepositioneerd dat ze een samenhangend geheel vormen.
Als samenhangend geheel hebben de laadpalen volgens de rechter duidelijk een grote “planologische impact” op de directe omgeving, omdat de transformatoren potentieel geluidsoverlast kunnen veroorzaken en omdat er sprake is van een “verkeersaanzuigende werking” van het snellaadstation, dat niet alleen voor hotelgasten maar voor alle Tesla-rijders toegankelijk is.
Al met al concludeert de rechtbank daarom dat de gemeente “op onjuiste gronden heeft aangenomen dat het acculaadstation vergunningvrij kon worden opgericht”. De gemeente Breda zal nu een nieuw besluit moeten nemen op het handhavingsverzoek uit 2018. Daarbij draagt de rechtbank de gemeente bovendien op om aanvullend akoestisch onderzoek te laten doen, waarbij niet alleen gekeken wordt naar het geluid van de transformatoren maar ook naar het geluid dat door de ladende Tesla’s wordt veroorzaakt.
Bron: Energeia, 6 mei 2022