Provincies willen een regierol om de ontwikkeling van regionale energie-infrastructuur in goede banen te leiden, en vragen het rijk dit mogelijk te maken in wet- en regelgeving. Concreet willen de provincies een alternatief ontwikkelen voor het ‘first come, first serve’-aansluitprincipe. “In tijden van krapte op het net zou een casino geen voorrang moeten krijgen op bijvoorbeeld een ziekenhuis”, zegt Edward Stigter, voorzitter van de energiewerkgroep binnen het Interprovinciaal Overleg (IPO). Netbeheerders ondersteunen de oproep.
De provincies willen voortgang boeken bij de problematiek rond de regionale infrastructuur. In grote delen van Nederland hebben netbeheerders te maken met transportschaarste op het elektriciteitsnet. De snelle groei van duurzame opwek en een groeiende stroomvraag van onder andere datacenters en nieuwbouwwijken zorgt ervoor dat in veel gebieden de vraag naar transportcapaciteit sneller groeit dan de netbeheerders het net kunnen uitbreiden.
Hiermee komt niet alleen verduurzaming, maar ook woningbouw, mobiliteit en economie in de knel. Aanvankelijk beperkte de transportschaarste zich vooral tot de buitengebieden, waar het energienetontwerp niet berekend is op de groei aan zonneweides en windparken. Maar vorig jaar zomer werd duidelijk dat ook de stedelijke gebieden niet ontsnappen aan de problematiek. Deze zomer bleek netbeheerder Liander bijvoorbeeld tegen problemen aan te lopen in het westelijk havengebied van Amsterdam, waar de komst van datacenters de beschikbare capaciteit snel opsoupeerde.
Liander stelde dat de situatie in het westelijk havengebied een maatschappelijke vraagstuk blootlegde, waar volgens woordvoerder Peter Hofland de politiek zich zou moeten buigen. “Met name datacenters kunnen met één aanvraag beslag leggen op de capaciteit voor een heel gebied. En een datacenter kan in anderhalf jaar gebouwd zijn, maar zo snel kunnen wij niet uitbreiden. Je kunt je afvragen of dat een wenselijke situatie is.”
Niet meer vanzelfsprekend
Dat was zeker niet voor het eerst dat die vraag werd opgeworpen. “Een tijdige aansluiting en voldoende capaciteit op het elektriciteitsnet is niet meer vanzelfsprekend”, zei toenmalig CEO van Alliander Ingrid Thijssen twee jaar geleden al. Thijssen noemde het van cruciaal belang dat de “uitvoeringsfase van het Klimaatakkoord” goed wordt aangepakt, en hamerde vooral op goede coördinatie: wat moet waar komen, en wanneer, en welk zonnepark of welke verbruiker heeft daarbij de meeste prioriteit?
Bijna twee jaar later agenderen de provincies, verenigd in het Interprovinciaal Overleg, dit vraagstuk van prioritering opnieuw. “De belasting van het elektriciteitsnet zit nu al op een aantal plaatsen aan zijn limiet. Om de energie-infrastructuur toekomstbestendig te maken is regie nodig. Provincies willen deze regierol graag vervullen in de regionale energie-infrastructuur en roepen het rijk op om de nodige aanpassingen daarvoor in de Energiewet te maken”, stelt het IPO in een oproep aan het rijk.
De provincies zeggen de verantwoordelijkheid te willen pakken om de ontwikkeling van de regionale energie-infrastructuur in goede banen te leiden. Samen met gemeenten en netbeheerders willen ze inventariseren hoe vraag- en aanbod zich ontwikkelt en tot welke knelpunten dat leidt, om vervolgens opties voor uitbreidingen in beeld te brengen om daarna “in goed overleg met gemeenten” de keuze te maken over welke uitbreidingen eerder en welke later plaatsvinden. Stigter: “Dit zullen zo nu en dan pijnlijke keuzes zijn. Keuzes tussen economische groei, woningen of verduurzaming bijvoorbeeld.”
Democratisch gekozen
Branchevereniging Netbeheer Nederland is blij met de oproep van de provincies. Woordvoerder Lieselot Meelker laat weten “dat regie en prioritering echt snel nodig zijn. Juist omdat we dan méér kunnen doen door de beschikbare capaciteit optimaal in te zetten. Dan kan er in totaal gewoon meer dan nu.” Zo kunnen stroom-vragende partijen bijvoorbeeld gewezen worden op locaties waar nog voldoende capaciteit beschikbaar is. Of partijen de ruimte geven om gezamenlijk van een aansluiting gebruik te laten maken, omdat hun verbruikspatronen goed op elkaar aansluiten.
Netbeheerders zijn graag bereid hun kennis in te zetten, maar kunnen en mogen niet de pijnlijke keuzes maken die Stigter noemde. Meelker: “Welke partij precies die rol moet of kan nemen, dat is niet aan ons.” Volgens Stigter, die ook energie in zijn portefeuille heeft als gedeputeerde in Noord-Holland, ligt het voor de hand dat provincies deze regierol op zich nemen. “Provincies hebben een belangrijke rol in de ruimte, vooral bij vraagstukken die de gemeentegrenzen overschrijden. En zij kunnen die regierol pakken omdat zij democratisch gekozen zijn, in tegenstelling tot netbeheerders.”
Als bijeffect verwachten de provincies dat wanneer zij regie kunnen voeren, het uitvoeringstempo omhoog kan. Stigter: “Onze verwachting is dat consensus tussen overheden en netbeheerders over waar welke energie-infrastructuur als eerste gerealiseerd moet worden, zorgt voor kortere doorlooptijden.”
Wettelijke verankering
De provincies vragen het rijk om een wettelijke verankering van de provinciale taak in de Energiewet, en in het verlengde het schrappen van een artikel (artikel 6.8) dat provincies en gemeenten verhinderd om “het opwekken, transporteren en leveren van elektriciteit of gas in het belang van de energievoorziening aan regels te binden”. Overigens bestaat de Energiewet alleen nog als voorstel, en moet nog behandeld worden door de Tweede en Eerste Kamer.
Daarnaast moet er een alternatief komen voor het ‘first come, first serve principe’, zodat prioritering mogelijk wordt. Netbeheerders hebben nu nog een wettelijke plicht om partijen aan te sluiten op volgorde van binnenkomst van de aanvraag, zonder dat rekening wordt gehouden met maatschappelijk belang. Door prioritering mogelijk te maken, kan hier sturing plaatsvinden. Overigens benadrukt Netbeheer Nederland de tijdelijkheid van prioriteren: zodra de capaciteit op de energienetten op orde is, moet prioriteren plaatsmaken voor “programmeren”, waarbij overheden en netbeheerders samen het net in het toekomstig systeem optimaal inrichten.
Bron: Energeia, 21 januari 2022